“Een meer prestatie- en doelgericht GLB dat stimuleert”
19 oktober 202040 miljoen euro schade voor Limburgse landbouw in 2019
6 november 2020Brussel – Na een stemming van 4 dagen, over meer dan 1900 amendementen, brengt het Europees Parlement vandaag haar eindstem uit over het nieuwe GLB. Hilde Vautmans stemt deze middag voor.
Europees Parlementslid Hilde Vautmans (Open Vld, Renew Europe), lid van de landbouwcommissie: “Realistisch en ambitieus, prestatiegericht, leefbaar en duurzaam. Dat waren de vooropgestelde doelstellingen voor het GLB, en daar heeft het Parlement ook voor gestemd. Er zijn in het bijzonder enkele specifieke punten die me verheugen, zoals de maatregelen voor het aantrekken en ondersteunen van jonge landbouwers. Zo stelt het Europees Parlement dat lidstaten 4% en niet 2% van hun rechtstreekse betalingen aan deze doelstelling kunnen besteden. Voor mij is het ook belangrijk dat de rechtstreekse betalingen eerlijker verdeeld worden en naar de actieve boeren gaan. Enkele amendementen daarover werden goedgekeurd. Door ‘capping’ of het invoeren van een bovengrens aan de directe betalingen, zal meer geld toekomen aan kleine en middelgrote boeren.”
“Het nieuwe GLB bevat ook een heleboel maatregelen om de landbouwsector duurzamer te maken. Wat me vooral tevreden stemt, is de steun voor het stokpaardje van Renew Europe, namelijk het nieuwe systeem van stimulerende ecoregelingen. Minstens 30% van de directe inkomenssteun moet hiervoor worden voorbehouden. Dat is alvast veel ambitieuzer dan de Raad, die deze week het percentage op 20% vastlegde”, zegt Vautmans.
“Het is goed dat ook de Raad tot een standpunt is gekomen en hoop dat mijn collega’s uit het Parlement vandaag hun steun voor dit nieuwe GLB uitdrukken. We moeten vooral een duidelijk standpunt innemen en zo de toekomst van onze 10 miljoen Europese boeren verzekeren en alle directe en indirecte jobs die daaraan vasthangen, 44 miljoen in totaal. Zij moeten een leefbaar toekomstperspectief hebben. Doen we dat niet, dan zal deze prachtige stiel verdwijnen en zullen we terug moeten vallen op import van voeding. Dat kan niet de bedoeling zijn”, besluit Hilde Vautmans.