Na Mawda: ‘De strijd tegen mensenhandel kan nooit voldoende zijn’
25 mei 2018Helemaal geen ver-van-mijn-bed-show
11 oktober 2019Nooit zal ik de beelden vergeten. Ze staan gegrift in mijn geheugen alsof het gisteren was. De bakken met opgegraven lijken en ledematen. Ze stonden allemaal naast elkaar opgesteld toen ik samen met toenmalig premier, Guy Verhofstadt, Rwanda bezocht: schedels, afgekapte voeten en handen. De heuvels die in de hitte achter deze gruwel herrezen, zagen niet groen, maar zwart van rouwende Rwandezen. De geur was zo misselijkmakend dat we er van wegdraaiden.
De Rwanda Commissie maakte in 1997 een verslag van deze gruwelijke genocide en de dagen waarop ik als jonge medewerkster in een klein kamertje de dossiers doornam, blijven me nog elke dag bij. Pagina’s gevuld met de afschuwelijke feiten die zich in 1994 in Rwanda afspeelden. Uren, dagen, zelfs weken bracht ik er door, gravend en lezend in de stapels papierwerk.
Vandaag is het exact 25 jaar geleden dat de genocide in Rwanda uitbrak. Die dag werd het vliegtuig van toenmalig Rwandees President Habyarimana boven de stad van Kigali neergehaald. Barricades en wegblokkeringen werden bijna onmiddellijk opgezet en de afslachting van Tutsi’s en gematigde Hutu’s ging van start. Een dag later, op 7 april, werden 10 Belgische blauwhelmen en de eerste minister Agathe Uwilingiyimana in koelen bloede vermoord. Na de terugtrekking van de Belgische paracommando’s vielen er op amper 100 dagen tijd zo’n 800.000 doden. Als gevolg van een haatcampagne van de politieke verantwoordelijken en de burgerlijke autoriteiten, alsook door opruiende berichten op de RTLM radio die de bevolking opriepen om hun buren, de “kakkerlakken”, uit te moorden, werden mensen één na één afgeslacht.
Eind 1997 kwam de speciale Parlementaire onderzoekscommissie voor Rwanda, waar ook ik aan meewerkte, in een lijvig verslag terecht tot de conclusie dat de internationale gemeenschap, en meer specifiek de VN en de Belgische autoriteiten verantwoordelijkheid dragen voor sommige aspecten van de dramatische gebeurtenissen die zich in Rwanda na 6 april 1994 hebben afgespeeld. Zo was er sprake van onzorgvuldigheden, verkeerde inschattingen en fouten die mede bijgedragen hebben tot het drama dat zich in 1994 afspeelde.
En dat klopt. Er zijn fouten gemaakt en onze toenmalig premier Guy Verhofstadt pakte de situatie juist aan wanneer hij zich in 2000 excuseerde bij de Rwandese bevolking en hen om vergeving vroeg voor de medeverantwoordelijkheid van de Belgen bij de genocide.
We mogen nooit vergeten wat er zich in 1994 heeft afgespeeld, hoe België hieraan heeft bijgedragen en welke verantwoordelijkheid we dragen bij de dood van alle Rwandese en Belgische personen die het leven lieten. Het brengt hen niet terug, maar het heeft wel een grote betekenis.
De gebeurtenissen hebben de slachtoffers en hun familie voor eeuwig getekend. Niet alleen waren ze verplicht om van de ene dag op de andere afscheid te nemen van hun geliefden, er was ook niemand die de verantwoordelijkheid op zich wou nemen. Het heeft ook mij en mijn toenmalige collega’s beïnvloed, gevormd in wat we doen en waar we vandaag voor staan.
Maar naast het feit dat de gebeurtenissen in ons geheugen gegrift staan, heeft het ook de politiek in het algemeen en het defensie -en veiligheidsbeleid in België en Europa specifiek beïnvloed en gevormd. Zo hebben we geleerd hoe het mandaat beter georganiseerd en vastgelegd kon worden, de zogenaamde rules of engagement, maar ook wat betreft het budget en munitie. We werden op een pijnlijke manier met onze neus op de feiten geduwd: 800.000 doden in nog geen 100 dagen, moeders, vaders en kinderen brutaal uitgemoord. We hebben onze eigen blauwhelmen niet kunnen redden en door de terugtrekking van onze troepen hebben we de poort opengezet naar verder bloedvergieten. Dat terwijl de gehanteerde procedures niet werkten en duidelijk aan hervorming toe waren.
Bovendien heeft het ons ook geleerd hoe desastreus de gevolgen van haatdragende berichten en opruiende taal tegen specifieke bevolkingsgroepen kunnen zijn. Hoe het herleiden van mensen tot kakkerlakken, het ontmenselijken van broeders en zusters, tot geweld kan aanzetten en vergoelijken en zo tot een ware catastrofe kan leiden. Het verspreiden van haat via de media is iets waarover we altijd zullen moeten waken. Ook vandaag blijft dit een uitdaging waartegen we ons faliekant moeten verzetten zodat zulke misdaden nooit meer gebeuren.
En net om al deze redenen is het een belangrijk signaal dat ook onze huidige regering uitzendt door met de families van de gestorven blauwhelmen naar Rwanda te trekken. De genocide mag dan wel 25 jaar geleden hebben plaats gevonden en tot een einde zijn gekomen, de gevolgen ervan zijn dat niet en zullen altijd blijven bestaan. Zo ook het verdriet en de vreselijke herinneringen aan die dagen. Laten we daarom samen een eerbetoon brengen aan alle slachtoffers en hun familie. Vergeten mogen we nooit.