Omstreden Ruslandbezoek Borrell: “Reputatieschade voor de EU en relaties onder het vriespunt”
9 februari 2021Von der Leyen voor Europees Parlement over vaccinatiestrategie
10 februari 2021Brussel – Het Europees Parlement heeft zonet goedkeuring gegeven aan het Europese herstelfonds of het Recovery and Resilience Facility (RRF).
Europees parlementslid Hilde Vautmans (Open VLD, Renew Europe) reageert: “Een stap met mogelijks enorme gevolgen. Dit fonds van maar liefst 670 miljard euro komt bovenop het gewone EU-budget. Als we dit op de juiste manier inzetten, kan dit dé boost geven waar de zwaar aangeslagen economie nood aan heeft. Maar geld uitgeven is één zaak—de echte vraag is hoe en waarin je investeert.”
De grote lijnen van het fonds zijn bekend sinds juni, toen de Europese staats- en regeringsleiders een akkoord bereikten over de Europese meerjarenbegroting en het extra herstelfonds, waarvoor de EU niet rekent op bijdragen van de lidstaten maar voor het eerst geld zal lenen op de internationale markten. 5,9 miljard euro uit het herstelfonds gaat naar België: 2,56 miljard via het Vlaamse en 1,25 miljard via het federale niveau. 60% van de totale middelen moet uitgegeven worden vóór december 2022, en de rest in de loop van 2023. Indien ook de gezondheidssituatie stilaan verbetert, en nu de VS een gelijkaardige economische injectie op getouw zet, zou er economisch licht kunnen zijn aan het eind van de tunnel.
“Het verleden leert dat geld op zich in crisistijd uiteraard belangrijk is, maar je sorteert pas écht effect als het gaat naar projecten die nauw aansluiten bij de Europese beleidsprioriteiten. Een crisis is een kans om structurele hervormingen sneller door te voeren, niet om ze uit te stellen”, aldus Vautmans.
Die redenering ligt ten grondslag aan de werking van het herstelfonds. Regeringen zullen hun eigen herstel- en veerkrachtplannen indienen, samen met de nationale hervormingsprogramma’s die ze jaarlijks opstellen in het kader van het Europees Semester. Projecten worden beoordeeld op hun aansluiting bij landspecifieke prioriteiten, zoals concurrentievermogen, productiviteit, onderwijs en skills, etc. Ook wordt er vooral gekeken naar investeringen die gericht zijn op de groene en digitale transitie, in de technologie en infrastructuur van de toekomst.
“Investeren betekent keuzes maken: Europees geld moet gaan naar Europese prioriteiten, en dus naar projecten waarvan het effect het loutere nationale overstijgt. Zoals altijd hangt het succes af van de wisselwerking tussen het Europese en het nationale niveau. Het Europees Parlement heeft duidelijk gemaakt dat het daar zwaar op zal trachten te leunen”, besluit Hilde Vautmans.