Voorstelling Global Gateway
30 november 2021Nieuw handelswapen tegen dwangpraktijken
8 december 2021Brussel – Vandaag stemde de tijdelijke onderzoekscommissie voor de bescherming van dieren tijdens het transport (ANIT) haar eindrapport. In juni 2020 richtte het Europees Parlement deze onderzoekscommissie op om de naleving en schendingen van de Europese wetgeving rond de bescherming van dieren tijdens het vervoer binnen en buiten de EU te onderzoeken. Hilde Vautmans maakt als enige Belgische Europarlementslid deel uit van deze ANIT onderzoekscommissie.
Europees Parlementslid Hilde Vautmans (Open Vld, Renew Europe), lid van de ANIT commissie: “We hebben in de EU één van de strengste wetgevingen op het vlak van de bescherming van de gezondheid en het welzijn van dieren tijdens het transport. Helaas wordt de verordening slecht en onvoldoende geïmplementeerd in sommige lidstaten en vooral wanneer de eindbestemming van het transport derde landen betreft. Dit heeft grote gevolgen voor onze dieren en het gelijk speelveld in de EU en daarbuiten. Dat is meteen ook de eerste conclusie van dit rapport: er moet strikter worden toegezien op de handhaving van de wetgeving en strenger worden opgetreden bij overtredingen. Die bevoegdheid ligt bij de lidstaten, maar we roepen de Commissie op om tot een geharmoniseerd Europees sanctie- en monitoringssysteem te komen.”
Alhoewel het vooral de implementatie van de wetgeving is die te wensen overlaat, is ook de verordening zelf aan een update toe.
“We zijn het er allemaal over eens dat we het welzijn en de gezondheid van dieren moeten garanderen tijdens transport, maar over de manier waarop verschillen de meningen. Voor Renew is het cruciaal dat die hervormingen gebeuren op basis van wetenschappelijke adviezen en kosten-batenanalyses. Daarom zijn we het eens om maximale reistijden in te voeren, maar niet willekeurig, op voorwaarde dat het wetenschappelijk onderzoek dit ondersteunt en er rekening wordt gehouden met de diersoort, leeftijd en geografische kenmerken van de lidstaten.”
“Belangrijker dan de reistijd of afstand zijn echter de omstandigheden waarbinnen het transport verloopt. Daar moet prioriteit aan gegeven worden: denk aan voldoende ventilatie en hoofdruimte, temperatuurchecks, water, voedervoorzieningen, etc. We hebben de voorbije jaren op technologisch vlak enorme stappen gezet. Deze nieuwe technologieën, zoals gps-systemen, moeten we volop inzetten om het dierenwelzijn tijdens het transport te monitoren.”
“Tot slot ben ik tevreden dat het rapport hamert op een efficiënter vervoerssysteem. Zo moeten we het transport van vlees, karkassen en genetisch materiaal promoten boven het transport van levende dieren. Ook ben ik blij met de aandacht voor mobiele slachthuizen. In veel lidstaten is daar vraag naar, ook in ons land. Dergelijke mobiele units kunnen niet alleen het dierenwelzijn verbeteren, maar ook de korte keten bevorderen. Mobiele slachthuizen kennen dus een enorm potentieel, maar er zijn ook belangrijke bedenkingen om rekening mee te houden, zoals de financiële haalbaarheid, diersoort en fytosanitaire omstandigheden”, besluit Hilde Vautmans.