‘We hadden zoveel meer kunnen bereiken, als we meteen eendrachtig hadden opgetreden’, schrijven Hilde Vautmans en Guy Verhofstadt. Het is vrijdag 24 februari dag op dag een jaar geleden dat Rusland Oekraïne is binnengevallen.
Een jaar duurt de oorlog in Oekraïne nu. Een invasie die volgens Poetin na drie dagen gedaan zou zijn, werd een eindeloos drama. Maar wat hebben wij, Europeanen, het voorbije jaar gedaan of geleerd? Wat zegt onze reactie op Poetins private oorlog over ons gezamenlijke project, de Europese eenmaking?
Het begon hoopvol. De Europese integratie wordt traditioneel gemaakt door crisissen en de EU reageerde opvallend stevig op deze: wapens werden geleverd met Europese financiering, verantwoordelijke Russen werden gesanctioneerd, er kwam grootschalige financiële en economische steun en meteen kreeg Oekraïne uitzicht op Europees lidmaatschap.
Maar al snel stokte het momentum. Voor militaire steun moet Oekraïne vooral naar de VS kijken. Als Europa wapens stuurt, zijn het uiteenlopende wapensystemen die verschillende soorten munitie en training behoeven—dingen waar een land in oorlog geen tijd voor heeft. Ja, Europese landen hebben hun defensie-uitgaven verhoogd, maar minder dan een vijfde van die uitgaven zijn samenwerkingsprojecten en gezamenlijke investeringen. Europa kan zich die versplintering niet meer veroorloven. Een Europees leger is een logische noodzaak geworden, geïntegreerd van aanbestedingen en inlichtingen tot planning en boots on the ground.
Sancties bleken ook ondermaats. We weten wie Poetins regime overeind houden. Er is een lijst van meer dan zesduizend verantwoordelijken in alle belangrijke sectoren van de Russische maatschappij. Maar na negen of tien pakketten staat slechts een kwart daarvan op de Europese lijst. Minder dan bij de Britten of Amerikanen. En dat terwijl Poetins focus op de oorlogseconomie aantoont hoe gevoelig Rusland is. We hadden zoveel meer kunnen bereiken, als we meteen eendrachtig en krachtig hadden opgetreden.
Ook voor de gevolgen die het conflict op onze economie had. Energie was van bij het begin cruciaal. Evident. We wisten al jaren dat we overdreven en onverantwoordelijk afhankelijk waren van Russisch gas en olie. NordStream II was daarvan het symbool. Maar zelfs na de annexatie van de Krim in 2014 zijn we niet van koers veranderd. Dat heeft ons veel gekost: stijgende energieprijzen, torenhoge inflatie, onze industriële concurrentiekracht die zwaar onder druk is gekomen. Maar de geopolitieke kost is even groot. Poetin had ons waar hij ons wou: afhankelijk, bang, zwak. Het duurde 11 maanden voor er een olie-embargo was, meer dan een jaar voor een ban op geraffineerde petroleumproducten en zelfs dan bleven er allerlei uitzonderingen. De oligarchen lachen ons uit—letterlijk in ons gezicht: want velen onder hen kunnen nog steeds hun vakantie doorbrengen in hun villa in Venetië of het jacht op Ibiza. En nog steeds hebben we geen echte Europese energie-unie, met gezamenlijke aankopen, gezamenlijke investeringen, gedeelde grids en georganiseerde solidariteit. Zolang we niet een blok vormen op vlak van energie, blijven we achter de feiten aan lopen.
Economisch zie je hetzelfde verhaal: nu de druk verhoogd is, merk je pas hoe zwak we staan tegenover de Amerikanen of Chinezen, omdat zij op continentale schaal opereren en wij nog al te vaak gefragmenteerd zijn langs nationale grenzen. Europa levert veel technologie, Amerika ontwikkelt ze tot winstgevende producten. Omdat onze digitale markten verbrokkeld zijn. Omdat onze investeringen te uiteenlopend zijn. Omdat wij zevenentwintig regulatoren hebben en zij één.
Telkens blijkt het probleem niet militair, het probleem is zelfs niet extern, maar intern politiek: een verdeelde Unie is een zwakke unie. En in de wereld van vandaag is dat een tastbare, kostelijke, zelf-opgelegde handicap.
Poetinverstaanders
Die politieke verdeeldheid is pijnlijk zichtbaar geworden. Rusland heeft in feite de militaire strijd al verloren maar de propagandaoorlog? Verre van.
Aan de linkse en rechtse politieke flanken wordt Poetins discours vrolijk versterkt. In Duitsland is het het AfD dat beweert dat Duitsers niet solidair willen zijn met Oekraïne maar de mainstream media het hen oplegt. In Nederland beweert het Forum voor Democratie dat de beelden die we uit oorlogsgebied zien fake news zijn, en dat er in Oekraïne ‘geen grote dingen gebeuren’. Vanuit Italië wijst Berlusconi Zelenski met de vinger, niet Poetin, en roept hij Biden op om de Amerikaanse steun in te trekken. En het grootste gevaar komt uit Hongarije, waar premier Orbán het hele jaar door op de rem gestaan heeft tegen al wat zijn vriend en voorbeeld Poetin kan hinderen.
Geen illusies meer: Poetin strijdt tegen al waar Europa voor staat: vrede en vrijheid, rechtstaat en democratie. Oekraïne voert onze strijd, en wij zijn het niet alleen aan hen maar ook aan onszelf verplicht hen daarin bij te staan.
De sleutel ligt in de Europese politiek. We kunnen nooit meer terug naar de wereld van voordien. We moeten Europa herbekijken, sterker maken, één maken.