‘Een politieke Europese Unie vraagt om Europese democratie, om een debat dat gevoerd wordt in Europese en niet louter nationale termen’, schrijven europarlementsleden Guy Verhofstadt en Hilde Vautmans.
Elk federalisme is een geval apart, een sui generis, stapsgewijs gegroeid uit de noodwendigheden van het moment en de ambities op langere termijn. Ook de Europese federatie – want dat is ze: een gelaagd politiek systeem waarbij de macht en verantwoordelijkheden gedeeld worden tussen verschillende bestuursniveaus – is zo gegroeid. Eerst kwam de Europese macht, daarna werd ze uit de achterkamers gehaald, werd ze het voorwerp van voortdurend democratisch debat en werden de machthebbers geconfronteerd met een heus Europees parlement. Pas sinds 1979 is dat parlement rechtstreeks verkozen, en pas sinds 2009 werd het een volwaardige medebeslisser op de meeste – nog steeds niet alle – terreinen.
Als de omstandigheden en ambities veranderen, past een federatie zich aan. De voorbije decennia zagen we een Europese Unie die niet opgewassen bleek tegen opeenvolgende crisissen: te beperkt van opzet om financiële, monetaire en sociale crises op te vangen, te verdeeld om migratie aan te pakken, te traag om geopolitiek mee te spelen, onbevoegd om op vlak van gezondheid of defensie het verschil te maken.
Zo’n Europa moet hervormd worden, en stukje bij beetje gebeurt dat ook. Te weinig, naar ons gevoel. Maar je kan niet ontkennen dat de voorbije twee decennia de aandacht voor de Europese politiek en de macht van de Europese leiders op tal van vlakken is toegenomen. Mensen beseffen dat Europa in onze onvoorspelbare, onheilspellende wereld een grotere rol moet spelen, en ze zijn vaak erg kritisch als de Europese Unie te weinig en te traag opereert. Een grotere verantwoordelijkheid vraagt ook om een betere legitimering.
Woensdag keurde het Europees parlement daarom een belangrijk pakket goed dat de Europese democratie hertekent: door de Europese verkiezingen op dezelfde dag te laten samenvallen, 9 mei, Europadag, moet de campagne meer momentum krijgen. Door jongeren vanaf 16 te laten stemmen, onderstrepen we dat Europa een open en toekomstgericht project is. Door met een systeem van Spitzenkandidaten te werken, maken we de Europese verkiezingen bepalend voor wie de jaren erop de touwtjes in handen heeft binnen de Europese Commissie. En door 28 zetels te verdelen via transnationale, dus Europabrede kieslijsten, krijgt de campagne niet alleen een gezicht maar ook een echte Europese dimensie.
De tijd dat Europese verkiezingen ondergesneeuwd raakten door nationale bekommernissen is voorbij. Het idee dat burgers wel mogen gaan stemmen, maar uiteindelijk regeringsleiders een wit konijn uit hun hoed toveren om de belangrijkste positie van Europa te vervullen, is niet langer te verdedigen. Europees parlementslid Geert Bourgeois is tegen. Volgens hem zal de burger die kandidaten ‘niet kennen, hun taal niet spreken, hen niet kunnen volgen en beoordelen, noch met hen in debat treden.’ Zijn vrees bestaat erin dat de burger van de Europese Unie zal vervreemden.
Een vreemde redenering. De hele bedoeling van de kieshervorming is net dat kandidaten – tot en met de kandidaten voor het Commissievoorzitterschap – eindelijk openlijk bediscussieerd worden. Het belangrijkste voordeel is dat ze, niet in plaats van maar naast de nationale lijsten, eindelijk rechtstreeks kunnen beoordelen. En eindelijk maken we komaf met de kwalijke gewoonte dat iemand die niemand kent, waar niemand voor gestemd heeft, waar niemand ooit mee of over gesproken heeft, plots via geheim conclaaf zo’n machtige positie gaat bezetten.
De vraag is hier niet hoeveel macht Europa heeft – al staat collega Bourgeois ook daarin meestal op de rem – maar hoe we die machthebbers bediscussiëren, controleren, democratisch legitimeren. Als Bourgeois denkt dat burgers die democratische oefening mentaal niet aankunnen, hoe bevreemdend moeten ze dan kijken naar de ongekende, onverkozen en zelfs onverkiesbare kandidaten die ze met het huidige systeem plots tot EU-leiders gekroond zien?
Een politieke Europese Unie vraagt om Europese democratie, om een debat dat gevoerd wordt in Europese en niet louter nationale termen. In elk federaal systeem betekent dat, dat elke bestuurslaag een vorm vindt die best aansluit bij de rol van haar wetgevende macht en de verantwoordelijkheid van haar uitvoerende macht. Met deze voorstellen zetten we een nieuwe, grote maar realistische stap in de goede richting. Het is hoog tijd.
Gepubliceerd in Knack op 5 mei 2022.