‘Turkije is, voor wie het zou vergeten, een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. Toch wijkt het land onder Erdogan steeds verder af van het afgesproken pad naar Europa’, schrijft Hilde Vautmans (Open VLD) op de dag dat de EU-top op bezoek gaat in Ankara.
Vandaag trekken Ursula von der Leyen en Charles Michel naar Ankara om te proberen de samenwerking met Turkije over handel en migratie opnieuw op te starten, naar eigen zeggen ‘op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare manier’. Het is niet onzinnig van de twee voorzitters van de Europese Unie om Erdogan te gaan spreken – de rol van Turkije tegenover Europa is immers groot – maar ze dreigen met lege handen en uitgewassen oren terug thuis te komen. Want Erdogan maakt maar wat graag misbruik van zijn relatieve machtspositie, en de EU weet zich nog steeds geen houding te geven tegen zijn strategie van schijnmaneuvers en dreigementen.
Turkije is, voor wie het zou vergeten, een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. Toch wijkt het land onder Erdogan steeds verder af van het afgesproken pad naar Europa. Human Rights Watch stelt dat mensenrechten en democratie er vandaag ondergraven worden op een ‘ongeziene schaal’, en de EU zelf kan niet anders dan telkens weer vaststellen dat de institutionele hervormingen en de rechtstaat steeds verder uitgehold worden. Je zou kunnen zeggen dat Turkije ‘gefaseerd, disproportioneel maar onomkeerbaar’ op weg is naar de autocratie.
Het hele proces van lidmaatschap was net bedoeld om het tegenovergestelde te bereiken. De Turkse rechtstaat zou aangelijnd worden bij Europese normen, de instellingen zouden robuuster democratisch worden, de politiek meer op het Westen gericht. De brutaliteit van Erdogan richt zich echter vooral tégen Europa. Turkse legervliegtuigen blijven illegaal het Griekse luchtruim schenden. Turkse boten zoeken naar olie en gas in Cypriotische wateren. In de regio rondom, van Nagorno-Karabach over Syrië tot Libië, gaat Turkije evenzeer tegen de Europese waarden als belangen in. En vooral de migatiedeal uit 2016 werd een wapen in Erdogans handen: als de EU niet buigt, dreigt hij de migratiekanalen uit hun voegen te doen barsten.
De EU heeft de mond vol van haar ‘geopolitieke rol’ en het opbouwen van ‘strategische autonomie’, maar in gesprekken met Turkije toont het telkens haar zwakte. Zwak op vlak van migratie, omdat ons eigen, gezamelijk Europees migratiebeleid sindsdien niet fundamenteel verstevigd is – want de lastigste lidstaten bepalen er het tempo. Zwak op vlak van defensie, omdat de EU-lidstaten elk voor zich blijven denken en opereren. Maar vooral: zwak qua diplomatie, omdat Europa de eigen waarden en normen steeds minder ernstig neemt. De rode lijnen van de Europese Raad zijn telkens verlegd en minder prominent geworden: over fundamentele rechten wordt ook tegenover Turkije steeds minder gesproken, en over de rechtsstaat die die rechten moet garanderen, zwijgt de Europese Raad om de lieve vrede te bewaren. Om Turkije als strategische partner aan te houden, worden onze eigen waarden onder de mat geveegd.
Het Europees Parlement wil tegengewicht bieden. Er is een Turkijerapport in de maak om Michel en Von der Leyen bij de zaak te houden: als de doelbewuste afbraakpolitiek van mensenrechten, rechtstaat en democratische instellingen niet snel en geloofwaardig omgekeerd wordt, moet de Commissie formeel de opschorting van de toetredingsonderhandelingen met Turkije voorstellen. Dan pas kunnen beide zijden evalueren of dit het beste kader is voor de bilaterale relaties of – realistischer – op zoek gaan naar nieuwe modellen voor de onderlinge relaties. Want het Turkse kandidaat-lidmaatschap begint meer en meer op die papegaai van Monty Python te lijken: hij is niet meer, hij is heengegaan, het is een ex-papegaai. Als Von der Leyen en Michel nu niet met iets concreets terugkomen, is het tijd om dat toe te geven.
Gepubliceerd in Knack op 06/04/2021.