Voor eens en altijd komaf met uurwissel

Je kan er bijna je klok op zetten. Tweemaal per jaar, zo ergens eind maart en eind oktober, laait de discussie rond de afschaffing van het winter- en zomeruur op. Slaapexperten, dokters, verkeersdeskundigen, economen, de mensen in de straat: iedereen wil hierover zijn of haar zegje doen, met als gevolg dat de afschaffing van de halfjaarlijkse uurwissel ook op politiek niveau een bijzonder gevoelig en moeilijk dossier is. Het gaat immers over onze tijd. En time is money.

En laat net dat de reden zijn waarom er in het verleden beslist werd om het systeem van de halfjaarlijkse wissel in te voeren. Door de stijging van de olieprijzen tijdens de oliecrisis van de jaren 1970 zochten enkele Europese landen naar manieren om energie te besparen. Dat deden ze door de zomertijdregeling in te voeren, om zo optimaal gebruik te kunnen maken van natuurlijk zonlicht. Ons land deed dit samen met de andere Benelux-landen in 1977. Aangezien de lidstaten echter uiteenlopende regelingen hadden (met alle gevolgen van dien voor de interne markt), besloot Europa om stapsgewijs wetgeving in te voeren om de omschakeling tussen de winter- en zomertijd te harmoniseren. 

Alhoewel de beslissing om iedere zes maanden de klok een uurtje voor- of achteruit te zetten toen een rationele beslissing leek, is de regeling vandaag compleet achterhaald.Door nieuwe technologieën gaat het argument van energiebesparing bijvoorbeeld niet meer op. Bovendien heeft de uurwissel een negatieve invloed op ons bioritme, wat nefast is voor onze fysieke en mentale gezondheid. Ook hanteren vele andere landen dit systeem niet, waardoor de wissel veel kosten en moeite vergt voor de telecommunicatie- en vervoersector. Daarnaast brengt het systeem mensen in de war, en velen onder ons zijn het dan ook meer dan beu om te pas en te onpas hun klok te verzetten. Dat bleek ook uit een ondervraging die de Europese Commissie liet uitvoeren:maar liefst 76% van de ondervraagden ervaart de omschakeling als negatief tot zeer negatief.84% van de deelnemers van de openbare raadpleging gaf aan voor de afschaffing van de halfjaarlijkse uurwissel te zijn.

Om deze redenen diende de Europese Commissie in 2018 een wetsvoorstel in om dit systeem af te schaffen en te gaan voor één Europese tijdregeling.Een beslissing die ik meer dan toejuich. En of het nu zomeruur, mijn persoonlijke favoriet met dat uurtje langer licht op warme zomeravonden, of winteruur wordt: voor mij is het vooral belangrijk dat het voor eens en voor altijd gedaan is met dit gedoe.Alleen mogen we deze wijzigingen niet zonder overleg doorvoeren. Het is essentieel dat we dit op een gecoördineerde manier doen, niet zomaar in het wilde weg en elk land voor zich.In een Europa met gemeenschappelijke grenzen en een eengemaakte markt is dat volstrekt onwerkbaar. Het Europees Parlement heeft haar werk alvast gedaan, nu is het aan de Raad en de lidstaten om hun keuze door te geven en dit dossier op een ordelijke manier af te handelen.