Europa moet Rwanda verantwoordelijk houden voor zijn rol in de Congolese crisis

Brussel – Op 30 januari hield de delegatie van het Europees Parlement bij de Afrika-EU Parlementaire Vergadering een buitengewone vergadering om de kritieke situatie in de Democratische Republiek Congo te bespreken, naar aanleiding van de inname van de stad Goma door M23-rebellen.

Tijdens de bijeenkomst kwamen onder andere de EU Speciaal Vertegenwoordiger voor de Grote Meren-regio, Johan Borgstram, en de Speciaal Vertegenwoordiger van de VN en hoofd van Monusco, Bintou Keita, aan het woord. De Europarlementariërs riepen op tot actie om burgers te beschermen.

De voorzitter van de delegatie, Hilde Vautmans (Renew, BE), verklaarde tijdens de zitting:

“Na de inname van Goma door M23 met actieve steun van Rwanda, bevindt de situatie in de DRC en de Grote Meren zich op een breekpunt. We moeten nu handelen. Gezien de zeer moeilijke omstandigheden heeft de Verenigde Naties onze volledige steun nodig.

De bescherming van burgers en het respect voor het humanitair recht moeten als absolute prioriteiten worden beschouwd. De internationale gemeenschap moet optreden om humanitaire toegang te garanderen door ervoor te zorgen dat humanitaire corridors worden gecreëerd en dat de luchthaven en grenzen van Goma open blijven. In Zuid-Kivu vrezen de medewerkers van het Panzi-ziekenhuis, opgericht door Nobelprijs- en Sacharovprijswinnaar Dr. Denis Mukwege, voor hun leven. Zij, evenals andere burgers, moeten beschermd worden.

Gezien het overduidelijke bewijs dat Rwanda betrokken is bij de ondersteuning van de M23-rebellen in Oost-Congo, is het noodzakelijk dat de EU dringend maatregelen neemt, waaronder gerichte sancties, het bevriezen van de EU-ontwikkelingshulp en de onmiddellijke opschorting van het Memorandum van Overeenstemming over Duurzame Grondstoffenwaardeketens met Rwanda.”